April

De maand april ligt al weer weken achter ons. Veel vogels zag ik ineens in paren, zoals de grauwe ganzen, knobbelzwanen, slobeenden, krakeenden,  kuifeenden en wintertalingen. Ook van de bruine kiekendieven zag ik een koppel, hier een vrouw:

De cursus vogelgeluiden heb ik inmiddels afgerond en ik moet zeggen dat ik het heel leerzaam vond. In het veld heb ik er zeer zeker profijt van, in combinatie met een handige app op de telefoon.

geelgors

Van de geelgors wordt gezegd dat je hem kunt herkennen doordat de eerste tonen van zijn lied lijken op de  ‘Vijfde Symfonie van Beethoven’.

tapuit

We zagen de eerst tapuit, waarschijnlijk op trek want na 2 dagen was hij weer weg. Hierna hebben we nog geen tapuit weer gezien.

Buizerd

Buizerd

Blauwborst

Blauwborst op koolzaad

wulp

Wulp

Verder zag ik paartjes roodborsttapuiten, grutto’s die terug waren (heerlijk dat geluid…), een paartje futen bezig met een nest.

In onze tuin waren weer ringmussen aanwezig:

Grote bonte specht kwam dubbel op de foto:

grote bonte specht

Turkse tortels laten zich altijd mooi fotograferen:

tortel

Een rietzanger voor dag en dauw:

rietzanger

en een grasmus:

grasmus

Op een avond heb ik een vos gespot:

vos

 

Maart: Taigarietgans

De maand begon met de altijd aanwezige graspiepers. In het gras, op een molshoop of op een Lofarantenne, het maakt ze niks uit. Door het zachte gepiep dat ik hoorde, zag ik deze graspieper naast de auto op de grond zitten:

graspieper

Een brutale nijlgans had zich weer toegang verschaft tot de broedkast van de torenvalken. Ik snap echt niet hoe zo’n gans zich daar in kan wurmen, door het gaas. Later kwam ik er weer eens langs en toen zat de torenvalk er weer in. Het blijft een kat en muis spel lijkt het.

nijlgans

De wilde zwanen waren er ook nog:

wilde zwanen

wilde zwanen

Ook waren er nog veel kol- en rietganzen die in de loop van de maand zijn vertrokken.

ganzen

In Stadskanaal werd een zeer zeldzame taigarietgans gezien. Dat is mooi dichtbij dus ik ging een poging doen. Maar vind maar eens één afwijkende gans in zulke grote groepen… er zijn mensen die dat kunnen, maar voor mij is dat te hoog gegrepen. Vogelaars kwamen van heinde en ver om deze gans te spotten:

vogelaars

Drie maal is scheepsrecht en toen had ik ‘m gespot. Het is een grotere gans dan de toendrarietgans, te zien aan de hals ook. Verder is de snavel wat langwerpiger en bevat deze meer oranje.  Aangezien deze vogel steeds ver weg zat bij grauwe ganzen vooral, was het erg lastig ‘m te vinden. Daarbij komt dat ze soms in groepjes naar een nabijgelegen plas gingen om te badderen, en dan kun je lang staan zoeken naar een vogel die er even niet is. Maar de aanhouder wint en gelukkig heb ik een foto kunnen maken:

taigarietgans

En zo heb ik weer een nieuwe soort aan mijn lijstje kunnen toevoegen! Nummer 275 😉

We keken weer uit naar de eerste grutto. De roep van deze vogel geeft echt aan dat het voorjaar is. Tijdens een rondje Lofargebied zagen we ineens een grutto tussen de kieviten:

grutto

grutto

Ooievaar was ook aanwezig:

ooievaar

Tussen de takken door heb ik nog een putter gespot die lekker aan het poetsen was:

putter

Als ik een putter zie dan denk ik vaak terug aan mijn schoonvader. Toen hij een keer in het ziekenhuis lag vertelde hij dat hij elke dag vogeltjes zag met rode kopjes. Wij dachten dat hij het niet goed zag, maar toen ik hem een foto van een putter liet zien werd hij helemaal blij omdat hij die herkende als de vogeltjes die hij in de boom zag voor z’n raam. Er zit weinig rood aan het koppie, maar toch is zo’n putter dan erg herkenbaar.

knobbelzwaan

Knobbelzwanen waren erg territoriaal bezig. Deze werd steeds opnieuw weggejaagd. De ring kon ik goed aflezen en via een app het nummer invoeren. De zwanenwerkgroep in Bedum meldt deze op 1 augustus 2020. Dus waarschijnlijk is deze daar geringd. Hij is daarna in oktober 2020 én 2021 gezien rond de stad Groningen, in februari 2022 bij Valthermond en in maart dit jaar dus door mij. Leuk om dit terug te kunnen zien. 

rietgors

Rietgorzen doen meestal hun naam eer aan door in het riet te zitten. Maar dit vrouwtje zat voor de verandering op een paaltje.

winterkoning

Wij moesten deze maand afscheid nemen van een zeer geliefde tante. Zij hield ook van vogels en de winterkoning was één van haar favorieten. Toen we een dag na de begrafenis deze winterkoning hoorden en zagen, werden we daar even extra bij bepaald. We bewaren goede herinneringen aan haar en elke winterkoning zal ons ook aan haar doen blijven herinneren  

pijlstaart

Na zo’n intensieve en emotionele periode is het fijn om in de natuur te kunnen zijn en je hoofd leeg te maken. Gewoon domweg vogels kijken en dan valt je ineens weer de schoonheid op van bijvoorbeeld een pijlstaart man. Er zaten de laatste weken erg veel wintertalingen en slobeenden op de plassen. Ook tureluurs, watersnippen, meerkoeten en kieviten waren volop aanwezig. Toch zat daar ineens weer een zomertaling man tussen. Hij zat te slapen, maar was door z’n witte oogstreep toch herkenbaar:

zomertaling

Rechts een koppel wintertalingen.

havik

Eerder dit jaar had ik al eens een havik gespot, maar die was toen te snel weg voor een foto. Deze keer had ik meer geluk, alhoewel hij wegvloog kon ik toch nog gauw een redelijke foto maken.

blauwborst

Tot slot ook een vogel die toch echt de lente aankondigt: de blauwborst. De mannetjes zien er prachtig uit en hun liedje is net zo mooi. Je kunt ze weer van alle kanten in het riet horen zingen. Het is wat dat betreft weer echt genieten buiten van alle vogelzang. Ik herken er wel een aantal, maar wil er graag meer van leren herkennen. Daarom volg ik een cursus om vogelgeluiden te herkennen. Leuk!

 

Februari: ijseend

Nog steeds zitten we regelmatig met koude, grijze dagen op een enkele zonnige dag na. Het voelt als een lange lange herfst en winter. Maar terwijl ik dit schrijf is het maart en warempel: de zon schijnt. Gelijk een heel ander beeld en gevoel!

Begin februari ben ik naar Harkstede gereden want daar was een ijseend aanwezig. Deze soort had ik al eens tijdens een vogelexcursie op Texel gezien door de telescoop van de excursieleider. Ook een foto gemaakt voor het bewijsplaatje, maar deze eend zat toen zo ver weg dat ‘ie amper te herkennen was. Dus dit was mijn kans om een betere foto te kunnen maken. De weersomstandigheden waren ook niet echt optimaal, maar er was gelukkig wel iets meer licht (lees: zon achter bewolking) dan de dag ervoor. En ik ben ook niet elke dag in de gelegenheid om te gaan twitchen,  dus soms moet ik dan gewoon gaan en maar zien wat het wordt. 

Toen ik op de locatie aankwam was er veel te zien wat betreft eenden, maar geen ijseend. Gelukkig zijn er bij dit soort bijzondere soorten meestal wel meer vogelaars ter plekke, in dit geval één, en hij wist mij te vertellen dat hij de ijseend al had gezien maar dat de eend was opgevlogen en even uit beeld was. In zo’n geval is het dan een kwestie van afwachten. Komt hij terug of niet? Soms kan het lang duren…

Maar toen, terwijl ik door de verrekijker naar een man brilduiker keek, vloog er iets door mijn beeld waarvan ik gelijk dacht”: hé dat kon de ijseend wel eens zijn. Op datzelfde moment kreeg ik een seintje van de andere vogelaar en dat bevestigde gelijk mijn vermoeden. Toen was het maar even en had ik de ijseend in de kijker. 

ijseend

Uiteraard komt zo’n vogel niet vlak voor je neus zitten, dat is logisch. Gelukkig zat ie wel op de eerste rij, vóór de vele smienten en krakeenden.

ijseend

Door flink inzoomen en op de computer nog weer wat croppen, ben ik uiteindelijk toch blij met het resultaat. Veel beter dan de foto die ik had. Dus missie geslaagd! En dan de vraag: wat is er zo bijzonder aan een ijseend? Op Waarneming.nl kun je dit over de ijseend lezen:

Status in Nederland

IJseenden broeden circumpolair, en overwinteren zeer talrijk in de Oostzee (enkele miljoenen exemplaren). Verder zuidelijk zijn IJseenden veel minder algemeen. IJseenden zijn in Nederland schaarse wintergasten, die vrijwel uitsluitend op zout water in de kustwateren worden waargenomen. Met enige regelmaat wordt een IJseend aangetroffen op zoet water in het binnenland, maar dit is zelden ver van zee. In de niet aan zee gelegen provincies is IJseend een grote zeldzaamheid.

De meeste vogels worden in Nederland waargenomen in de maanden oktober tot en met april. Gedurende de wintermaanden is met name de zeezijde van de Brouwersdam een goede plek om het uiterst fraaie winterkleed van deze eend te bewonderen. Een enkele maal blijft een vogel in de zomer hangen, waarbij het mogelijk is om het zomerkleed van de soort te aanschouwen. In 2019 werd een eerste broedgeval voor Nederland vastgesteld op de Marker Wadden (FL), dit paar heeft succesvol 4 jongen grootgebracht.

Verder zag ik in februari best veel wilde zwanen. Er zat een groep van in de twintig in de omgeving op verschillende locaties. Op een nat stuk landbouwgrond vermaakten ze zich ook wel met af en toe een modderbad: 

wilde zwaan

Een stel reigers ging elk hun eigen weg:

reigers

Helemaal achter in onze tuin heb ik een wildcamera. Daar zag ik weer eens een keep:

keep

Deze vogel lijkt veel op de bij ons bekende vink, de kepen bij ons zijn meest afkomstig uit Scandinavië en zien we alleen in de winterperiode. Ook een egel en een bosmuis kwamen op wildcamera voorbij.

In het Lofargebied zag ik een stel roodborsttapuiten. Dit keer zat het vrouwtje wat dichterbij en kon ik van haar een mooie foto maken:

roodborsttapuit

Geelgorzen vlogen op en in doken in het gras. En ineens kwam er eentje omhoog, mooi contrast dat geel met groen:

geelgors

Een groepje hazen zat bij elkaar, daarna renden ze rondjes en zaten ze weer bij elkaar, het is natuurlijk de rammeltijd:

hazen

En daar kwam alsnog het mannetje van de roodborsttapuiten poseren:

roodborsttapuit man

Januari: Niks bijzonders, of toch wel

We zijn inmiddels al bijna in de tweede week van februari. De tijd vliegt.
Begin januari zag ik een groep wilde zwanen. Het had ook gevroren en de plas was half bevroren maar daar hadden ze geen last van. Ik zag ze later overvliegen.

wilde zwanen

Een roodborsttapuit man genoot even van de zon:

roodborsttapuit

Even later zag ik een sperwer vrouw op kleine vogeltjes jagen. Als uitkijkpunt gebruikte ze daarna een stengel van een oude zonnebloem.

sperwer vrouw

Er werd op een gegeven moment een roodhalsgans gemeld. Ik wist dat er een hele grote groep ganzen zat, zowel kol- als toendrarietganzen. Later in die middag ben ik er nog even heen gereden maar helaas kon ik de roodhalsgans niet vinden tussen de honderden ganzen. Wel zag ik een paar buizerds ruzie maken:

ruziënde buizerds

Door de vorstperiode kwamen er blijkbaar veel muizen en mollen omhoog. Ik zag hele groepen reigers loeren op een dergelijke prooi.

reigers

Hier heeft een blauwe reiger waarschijnlijk een mol te pakken:

blauwe reiger met prooi

 Wat jammer is, is dat je vaak loslopende katten tegenkomt, zelfs in natuurgebieden. In onze tuin vind ik het ook erg smerig, loslopende katten uit de hele buurt die in je tuin poepen. Op de wildcamera heb ik wel eens vijf verschillende katten in één nacht in onze tuin gezien. 

kat jaagt op ganzen

In de vorstperiode zag ik ook een blauwe reiger op een stuk waar het water nog stroomde. Toen ik stopte met de auto vloog hij weg, maar ik had het raam open en hoorde een ijsvogel. Die zag ik achter de blauwe reiger aan vliegen. Ik dacht die komt vast terug, dus ben ik even blijven staan. Het duurde een paar minuten, maar daar was de ijsvogel weer! Wat een mazzeltje, het is zo’n mooie vogel om te zien. Ik zag hem (het is een mannetje) meerdere keren een visje vangen:

ijsvogel man met vis

Wat ook leuk is deze winter, is de invasie van grote barmsijzen. Dit zou zo om de tien-twaalf jaar gebeuren. Als vogels in het hoge noorden niet genoeg voedsel vinden dan komen ze vaker deze kant op. Deze vogels kunnen enorme afstanden afleggen. Je kunt ze treffen in groepen vinken, putters en andere sijzen. Ik zag ze vooral op en nabij elzenproppen, maar ook vaak op de grond:

grote barmsijs

grote barmsijs

Een week later waren we samen even op pad en zagen we een ijsvogelvrouwtje. Deze zat een eind weg, maar konden we toch even vastleggen. Heel mooi want wie weet heeft of krijgt ze een band met het mannetje in die buurt:

ijsvogel vrouw

Een paar dagen later zag ik een vrouw blauwe kiekendief aan het jagen:

blauwe kiekendief vrouw

Daarbij maakte ze allerlei capriolen:

blauwe kiekendief vrouw

In onze eigen tuin was weer eens een zwarte mees. Deze had ik al een paar jaar niet gezien. Daarom kan ie er best geweest zijn natuurlijk, dat weet je nooit. Maar nu zag ik ‘m op de camera en kon gauw wat foto’s maken. Hij deed zich tegoed aan de vetbollen:

zwarte mees

Vanuit mijn schuiltentje in de tuin kon ik later een gaai fotograferen:

gaai

Deze zijn erg schuw, maar gelukkig bleef ‘ie een poosje zitten. Tot slot nog een roodborst, die de boel altijd van een afstandje zit te observeren:

roodborst

Dit was mijn overzicht van januari.

Weblog van Lenie Doornkamp

Verified by MonsterInsights